“Wij hebben oog voor kinderen. Niet alleen als het gaat om leren, maar we willen vooral dat kinderen goed in hun vel zitten, zich veilig voelen en zich vanuit vertrouwen kunnen ontwikkelen”, vertelt Wilke Vlieger met overtuiging. Wilke is groepsleerkracht en gedragsdeskundige. De Bron is een ‘Gezonde school’ en beschikt over het themacertificaat ‘Welbevinden’.
“We zijn een school waar leerlingen veilig kunnen spelen en ontwikkelen. Daar hebben we de laatste jaren enthousiast aan gewerkt. Dat is terug te zien in de rust en de omgang tussen leerlingen.” Wilke vertelt hoe dat gaat: “Aan het begin van het schooljaar nemen we uitgebreid de tijd om in alle groepen het gewenst gedrag te bespreken. Bij de jongste groepen starten we dan met de Kanjertraining. Daarin staat vooral centraal wat je eigen rol is in de omgang met anderen. Deze aanpak vervolgen we in de hogere groepen en verdiepen we met het aanbieden van onze kernwaarden.”
De Kanjertraining maakt kinderen bewust van hun gedrag en laat ze oefenen met nieuw gedrag. De leerkracht gebruikt hiervoor vier gekleurde Kanjerpetten. Aan de basis ligt de witte pet, die staat voor kanjergedrag en vertrouwen. De zwarte, rode en gele petten staan respectievelijk voor pestgedrag, meelopen en angstig zijn. Door de gekleurde petten te combineren met de witte pet wordt positief gedrag benadrukt. Zwart gecombineerd met wit betekent dat je een goede leider bent, je bedenkt leuke activiteiten. Rood met wit betekent dat je leuke humor hebt. Geel gecombineerd met wit betekent dat je goed met de ander mee kunt voelen. Maar als de witte pet wegvalt, dan wordt de gekleurde pet je valkuil.
“In de bovenbouw introduceren we onze kernwaarden: respect, veiligheid en verantwoordelijkheid. Dat geeft meer diepgang aan wat we oefenen met de Kanjertraining”, gaat Wilke verder. “Je gaat met respect met elkaar om. Met je gedrag laat je zien aan anderen dat je meewerkt aan een veilige omgeving voor iedereen en je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag. Leerkrachten reageren op dezelfde positieve manier op gedrag. We benoemen het gedrag dat we willen zien.”
“Het welbevinden van kinderen zit niet alleen in omgang met anderen. We zien dat leerlingen die bijvoorbeeld moeite hebben met leren, opbloeien wanneer we hen aanspreken op andere talenten. We maken gebruik van voorstellingen, workshops of het leerorkest van Cultuurkust. Daarnaast hebben wij een cultuurwerkgroep die cultuuractiviteiten organiseert of vakdocenten inhuurt voor muziek-, drama- of creatieve lessen.” Wilke: “Kinderen die zich daarnaast gehoord voelen, gedragen zich vaak ook verantwoordelijker. We geven leerlingen uit de bovenbouw daarom zeggenschap via een leerlingpanel. De directeur gaat in gesprek met twee leerlingen uit elke bovenbouwgroep. Dit leerlingpanel heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat het schoolplein aantrekkelijker gemaakt is.”
“Als het even niet goed gaat met een leerling maken we gebruik van onze ‘deëscalatieladder’. Dit is een model met zes treden. Elke trede biedt de juiste acties om te reageren op escalerend gedrag. Bij elke trede worden ook de ouders betrokken. Doordat we ons heel erg focussen op het welbevinden van de leerlingen hoeven we de ‘deëscalatieladder’ gelukkig nauwelijks in te zetten”, vertelt Wilke trots. “Dat is uiteindelijk natuurlijk precies hoe we het graag zien!”