Alle kinderen worden gezien en gekend

Alle kinderen worden gezien en gekend

Zorg en aandacht voor leerlingen

Alle kinderen worden gezien en gekend

“Elk kind heeft er recht op gekend te worden”, vertelt Lian Lobbezoo gepassioneerd. Zij is Intern Begeleider (IB’er) voor groep 1 t/m 4 en Jan Matthijs Hulsman is dat voor de groepen 5 t/m 8. “Zorg beperkt zich op onze school niet tot leerlingen die extra ondersteuning of extra uitdaging nodig hebben. Wij hebben zorg voor alle leerlingen. Dat begint bij belangstelling en liefde voor het kind, zoals dat door Jezus aan ons is voorgeleefd. Die aandacht hebben we ook voor ouders en voor elkaar.”

Image

Aandacht begint met verbinding

Lian en Jan Matthijs vinden het belangrijk om zichtbaar te zijn voor de leerlingen, ouders en collega’s: “Je kunt te allen tijde bij ons binnenlopen.” De IB’ers lopen vaak zelf de groepen in tijdens schooltijd. “Dan schuif ik aan, stel een vraag of doe mee met de les. De leerkrachten betrekken mij daar actief bij. Die aandacht geef ik niet op basis van leerbehoefte. Elk kind verdient die aandacht. Wanneer een leerling extra ondersteuning of uitdaging nodig heeft, is dat helemaal niet uitzonderlijk. Dat is gewoon de manier waarop we met elkaar omgaan op school.”

“Wij hebben zorg en aandacht voor álle leerlingen.”

Zorg in en buiten de klas

“Een leerling kan hulp krijgen bij het verwerken van de les, kan een verlengde instructie krijgen of een extra uitdagende instructie. Deze hulp wordt veelal geboden door onze onderwijsassistenten. We hebben specialisten voor Passend Onderwijs of voor motoriek, maar regelmatig biedt een onderwijsassistent ook gewoon extra handen in de klas tijdens de werkles”, vertelt Lian. “De ondersteuning wordt altijd aan groepjes kleuters gegeven, zodat leerlingen elkaar stimuleren en zich niet alleen voelen. Ondersteuning richt zich voornamelijk op de motoriek. Als een leerling controle heeft over de fijne en grove motoriek komt het vaak goed tot leren. Bewegend leren is bij ons daarom ook een belangrijke werkvorm. Twee keer per week is er een fysiotherapeut op school om ondersteuning te bieden. Daarnaast kunnen we gebruik maken van het CJG, psycho-motorische therapeuten, de logopedie-screening van de GGD en meer externe partijen.”

Doorgaande lijn

“In groep 1 en 2 gaat het vooral om ervaren, doen en concreet bezig zijn. De leerlingen werken in groepjes of krijgen instructie. Deze werkwijze wordt uitgebreid in de midden- en bovenbouw met behulp van EDI.” Jan Matthijs vult aan: “Om de onderwijsbehoefte goed in de gaten te houden, maken we gebruik van allerlei hulpmiddelen om leerlingen te volgen. Een van die hulpmiddelen is de READ-cyclus van Leeruniek. De Resultaten dienen als vertrekpunt en vertellen wat het huidige niveau van de leerling is. Bij de Evaluatie kijken we naar wat de groei is geweest en hoe de leerling daar is gekomen. Hierdoor begrijpen we beter welke Aanpassingen er nodig zijn in de vervolgaanpak. Zo bepalen we wat we met deze leerlingen de komende periode gaan Doen.” Lian: “Bij de kleuters kijken we altijd eerst of er fysieke belemmeringen zijn om tot leren te komen. Specifiek voor kleuters maken we gebruik van Onderbouwd. Onze aanpak kenmerkt zich door rust en kalmte.”

Image
Image

Ouders en kind kennen

“We voeren een gesprek met ouders bij de aanmelding en maken gebruik van een entreeformulier. Indien nodig vindt er een warme overdracht plaats vanuit de peuterspeelzaal of de kinderopvang. Vanaf de start op school zijn kinderen goed in beeld en weten ouders dat ze bij ons terecht kunnen.” De IB’ers praten met vaste regelmaat samen met de leerkracht over de groepsontwikkeling. Lian vertelt dat kinderen zelf actief worden betrokken bij hun eigen ontwikkeling: “We vergelijken de leerling vooral met zichzelf en gaan daarover het gesprek aan. Het belangrijkst is dat ze zich veilig en vertrouwd voelen en vanuit dat startpunt hun grenzen durven te verkennen. Kinderen kunnen je dan echt positief verrassen!”