De Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs (CNS) die wordt gedragen door vier protestantse kerken in Nunspeet.....
Onze school maakt deel uit van de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs (CNS).
Eikbosserweg 45b
8071 XA Nunspeet
Telefoon: 0341-270 885
Email: bestuur@cnsnunspeet.nl
Website: https://cnsnunspeet.nl/
Sinds 2019 is CNS bestuurlijk verantwoordelijk voor de Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen te Nunspeet (SPCP). SPCP biedt peuterspeelzaalwerk aan op Protestants Christelijke basis. De peuteropvang is een voorschoolse voorziening voor kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Het doel van de peuteropvang is om kinderen te stimuleren in hun persoonlijke ontwikkeling. Kinderen krijgen de gelegenheid om in groepsverband te spelen, te leren en zich te ontwikkelen. Het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) hoort daar ook bij. Meer informatie op www.spcpnunspeet.nl.
Onze school is een gemeenschap waarin liefde tot God en de naaste centraal staat.
Onze school is een gemeenschap van ouders, leden van de vereniging, bestuursleden, personeelsleden en kinderen, waarin liefde tot God en de naaste centraal staat. Al onze relaties staan in dat perspectief en in die relaties is eerlijkheid onmisbaar.
Vier relaties zijn van groot belang:
Alle kinderen moeten optimale kansen krijgen om hun talenten te kunnen ontwikkelen, maar dit mag nooit ten koste gaan van anderen. In al deze relaties staat het kind dus centraal en wordt tegemoet gekomen aan de volgende behoeften van kinderen:
Wij willen als team met de kinderen omgaan vanuit ons geloof. Dat betekent dat we tijdens de Bijbellessen de boodschap van het Evangelie overdragen d.m.v. Bijbelvertelling, verwerking, liederen en gesprek. In het Woord van God leren we het volgende:
We hebben als doel om het onderwijs aan de leerlingen zo goed als mogelijk te verzorgen.
Naar aanleiding van het bovenstaande willen we voldoen aan artikel 8 lid 3 wpo waarin staat dat het onderwijs:
1. er mede vanuit gaat dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving;
2. mede gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie;
3. er mede op gericht is, dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Burgerschapsvorming is het vormen van leerlingen die actief meedoen aan de samenleving en een positieve bijdrage leveren aan de samenleving. Bij Burgerschapsvorming gaat het vooral om de houding en de vaardigheden van de leerlingen. De school is hier een geschikte oefenplaats voor. Er zijn drie domeinen die de kern van Burgerschapsvorming zijn: Democratie (door democratie kunnen verschillende opvattingen op een vredige manier tot oplossingen komen. Participatie (door een bijdrage te leveren aan de eigen leefomgeving en de verantwoordelijkheid ervoor te nemen) en door identiteit (door te handen vanuit je waarden en normen).
Tijdens de lessen wereldoriëntatie en de lessen op levensbeschouwelijk vlak wordt regelmatig aandacht besteed aan de samenleving in het algemeen, uitgaande van onze waarden en normen. Wij proberen onze kinderen oog te laten hebben voor mensen met andere achtergronden en culturen. Onder andere tijdens zendingsprojecten komt dit ter sprake.
Elke school heeft als doel om het onderwijs aan de leerlingen zo goed als mogelijk te verzorgen. Vanuit kernwaarden (wat we belangrijk vinden) hebben we als team vastgesteld welke onderwijskundige accenten we willen gaan leggen binnen ons onderwijs en wat we daarbinnen willen behouden en versterken. We sluiten daarbij ook aan op maatschappelijke ontwikkelingen, de opzet van moderne lesmethoden en behoefte aan maatwerk.
Onze grondhouding in het samenwerken is het vertrouwen op elkaars kwaliteiten, vakmanschap en betrokkenheid. We weten elkaar te vinden en we maken gebruik van elkaars expertise, vakgebieden en talenten.
Kernwaarden en visie
Voor en rondom ons onderwijs hebben we als team de volgende drie kernwaarden vastgesteld:
1. Verbinding: we willen in verbinding staan met elkaar; met de kinderen met de ouders en zeker ook met de samenwerkende organisaties om ons werk met passie en overgave te kunnen doen. Samenwerken; leren van en met elkaar, maakt daar deel van uit.
2. Ontwikkeling: als school en als leerkrachten persoonlijk willen we ons samen voortdurend ontwikkelen zodat we van betekenis kunnen zijn voor de kinderen. Vanuit die gedachte zat het geven van onderwijs, het nadenken en gesprek over verbetering daarvan de komende jaren een grote rol spelen.
3. Kwaliteit: we willen binnen ons werk kwaliteit leveren; zowel voor de groep, bij het lesgeven als binnen de andere onderdelen van onze school. Dat vraagt om voortdurende inspanning; een open blik en de bereidheid om te leren van en met elkaar.
Vanuit ons christen zijn, geloven we in een school waar we kinderen veiligheid en vertrouwen kunnen geven door betrokken en enthousiaste leerkrachten. We willen recht doen aan de onderwijsbehoeften van alle kinderen en hen met plezier begeleiden, zodat ze zich kunnen ontplooien tot zelfstandige individuen. Daarbij willen we de creativiteit en de onderzoekende houding van de kinderen stimuleren, zodat ze uitgedaagd worden om te leren. We willen de kinderen meenemen in hun eigen leerproces. Dit alles in een open samenwerking met ouders.
Binnen het dagelijkse lesgeven willen we het bovenstaande terug laten komen. Aandachtspunten daarbij zijn:
• Het geven van een goede effectieve instructie(uitleg) door de leerkrachten aan de kinderen voor het te maken werk;
• Daarbij tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen in instructie (klassikale instructie en verlengde instructie) en verwerking (diversiteit in verwerking en kwantiteit) en tijd vrijmaken voor leerlingen die extra zorg en / of instructienodig hebben;
• Kinderen leren zelfstandig hun werk (te plannen en) uit te voeren en hen medeverantwoordelijk maken voor hun eigen leerproces;
• Binnen de onderwijs organisatie tegemoet komen aan kinderen die extra verdieping nodig hebben op reken en taalgebied.
Tijdens het zelfstandig werken leerlingen in eigen tempo het opgegeven werk laten maken; er zijn altijd voldoende ‘klaar opdrachten’ en ‘verdiepend werk.’
Vanuit een christelijke levenshouding is het onze missie om vanuit een veilige omgeving kinderen een doorlopende leerlijn met kwaliteitsonderwijs te bieden en hen te begeleiden in hun ontwikkeling tot zelfstandige, verantwoordelijke en sociaal vaardige mensen. Daarbij willen we vanuit de betrokkenheid op de kinderen samenwerken met ouders/verzorgers en andere onderwijskundige (keten) partners.
De Da Costaschool wil een school zijn ‘waar leerlingen, leerkrachten en ouders zich thuis voelen en kunnen ontwikkelen.’ Naast aandacht voor de omgang met elkaar, vraagt dit om kwalitatief goed onderwijs dat aansluit bij de onderwijsbehoeften van elke leerling, maar ook tegemoet komt aan de vaardigheden die de leerlingen nodig hebben om te functioneren in de maatschappij. Dit vraagt om onderzoek en dialoog tussen de leerkrachten en de schoolleiding en klankborden met ouders.
Gewenste koers
In het schoolplan 2023-2027 staat onze gewenste koers beschreven. Jaarlijks vertalen we dit, aangevuld met onze eigen evaluaties en actuele ontwikkelingen, naar een concreet jaarplan. Voor het jaar 2025-2026 willen we werken aan onderstaande schoolontwikkelingen.
Doelen
De volgende doelen zijn behaald in juli 2026:
1. We maken een eerste stap om tot een vorm te komen van meer gepersonaliseerd leren en daarmee het vergroten van eigenaarschap van leerlingen, waarbij we de koppeling zoeken naar de 21-eeuwse vaardigheden. Dit grote thema hebben we klein gemaakt door ons te focussen op een specifiek onderdeel.
2. We hebben ons georiënteerd op TAO (teamgerichte arbeidsorganisatie), enkele onderdelen toegepast, en daarmee onze professionele cultuur verbeterd. De behoeftes uit de thema’s ‘samenwerken’ en ‘collegiale consultatie’ hebben hierin een plek gekregen.
3. Er is een keuze gemaakt voor een nieuwe methode voor aanvankelijk en begrijpend lezen en nemen schrijven hierin mee. We hebben ons breed georiënteerd en vervolgens een methode aangeschaft en een plan van aanpak opgesteld voor de implementatie.
We vergelijken de ontwikkeling van uw kind met het landelijk gemiddelde.
Vanaf groep 3 worden de vorderingen op het gebied van lezen, taal en rekenen enkele malen per jaar beoordeeld aan de hand van landelijk genormeerde toetsen. We vergelijken de ontwikkeling van uw kind met het landelijk gemiddelde. De resultaten van de toetsen worden door het team besproken. Waar nodig wordt het onderwijs aangepast. Op deze wijze kunnen de kinderen als klas én individueel gevolgd worden. Deze resultaten worden meegewogen in het eindadvies dat de leerkracht van groep 8 geeft ten aanzien van het te volgen voortgezet onderwijs.
De kinderen van groep 8 maken in februari de IEP doorstroomtoets basisonderwijs. Deze doorstroomtoets ‘meet’ wat uw kind de afgelopen 8 jaren geleerd heeft en hieraan wordt een advies gekoppeld voor een vervolgschool. Echter vanuit de school (en dat is een wettelijke afspraak) wordt er vooraf aan deze doorstroomtoets al advies gegeven voor een passende vervolgschool. Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies. Tijdens de informatieavond van groep 8 in september zullen de ouders/verzorgers van de kinderen van groep 8 verder geïnformeerd worden over de doorstroomtoets en aanmelding bij het middelbaar onderwijs.
Meer informatie – speciaal voor ouders - leest op de volgende website: https://www.bureau-ice.nl/basisonderwijs/voor-ouders/
Klik op ‘IEP doorstroomtoets.’
Veel informatie is ook te vinden bij de Rijksoverheid.
De resultaten op basis van de referentieniveaus zag er in het schooljaar 2024/2025 als volgt uit:
De resultaten van de Eindtoets/ Doorstroomtoets van de afgelopen jaren zijn als volgt:
Het team van de Da Costaschool ontwikkelt en professionaliseert zich voortdurend. Gedurende het schooljaar 2025/2026 worden er verschillende momenten gepland waarop het hele team en individuele leerkrachten scholing volgen. Het gaat om verschillende cursussen die het onderwijs helpen te verbeteren of aansluitend bij passend onderwijs. Er wordt planmatig gewerkt aan (online) scholing en verbeteringen van het onderwijs en de schoolorganisatie volgens het schoolplan 2023-2027.
We zijn tevreden met de stijging van de onderwijskundige resultaten op de hoofdvakgebieden (taalverzorging /rekenen/lezen) die in het afgelopen jaar boven referentieniveaus lagen.
Blijvende professionalisering en schoolontwikkeling is een speerpunt.
Om de resultaten van het onderwijs te waarborgen en te verbeteren hebben we in ons schoolplan 2023/2027 onze kwaliteitszorg beschreven. We maken o.a. gebruik van tevredenheidsonderzoeken (leerlingen, ouders, medewerkers) en een gesprekkencyclus voor alle medewerkers. Op (boven) schoolniveau wordt er gesproken over de kwaliteit van het onderwijs en het team volgt regelmatig scholing. In 2021/2022 heeft de school gekozen voor ‘Leeruniek’ als hulpmiddel voor de analyse van de opbrengsten en verbeteringen in het onderwijs zelf. Blijvende professionalisering en schoolontwikkeling is een speerpunt.
De resultaten van het onderwijs worden besproken met de medezeggenschapsraad en de algemene directie. Op de website van de inspectie kunt u lezen hoe de inspectie de school beoordeelt (www.onderwijsinspectie.nl).
Diverse organisaties werken met de scholen samen om vragen over opvoeden en opgroeien, gezondheid en ontwikkeling te beantwoorden. De verpleegkundigen en de jeugdarts van de GGD, maar ook de schoolmaatschappelijk werkster zijn een aanspreekpunt voor ouders, leerkrachten en pedagogische werkers in scholen en de voorschoolse voorzieningen.
Jeugdgezondheidszorg van de GGD Noord- en Oost-Gelderland heeft als doelstelling de gezondheid, groei en ontwikkeling van 4 tot 19 jarige kinderen te bevorderen en te beschermen. Samen met ouders en school willen de medewerkers JGZ ervoor zorgen dat kinderen zich zo gezond mogelijk ontwikkelen. Dit gebeurt door preventieve gezondheidsonderzoeken en vaccinaties van kinderen, ondersteuning van ouders, ondersteuning van leerkrachten en samenwerking met andere instanties. De gezondheidsonderzoeken vinden plaats bij 5-jarigen. Meten en wegen gebeurt in groep 6. U kunt bij de JGZ met vragen terecht over uw kind in ontwikkeling. Lichamelijke ontwikkeling, zoals groei en motoriek, maar ook voor opvoedingsvragen, gezonde voeding, eetgedrag en psychosociale ontwikkeling. In overleg met ouders kunnen we verwijzen naar andere vormen van ondersteuning of naar een huisarts/ specialist. Elk kind wordt een aantal keren door de JGZ uitgenodigd maar u kunt ook zelf bij de jeugdverpleegkundige binnenlopen op een inloopspreekuur op school. U kunt dan hier zonder afspraak binnen lopen. Bij vragen kunt u contact opnemen met de JGZ: 088-4433100 of een e-mail sturen naar jgz@ggdnog.nl.
De schoolmaatschappelijk werkster komt regelmatig op school en adviseert met name bij vragen ten aanzien van de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. (Bijvoorbeeld in situaties waarin het kind moeilijk aansluiting vindt, bij echtscheiding en dergelijke.)
Naam en contactgegevens van de GGD medewerkers:
Jeugdarts: mevrouw Annet Bos – van de Beek abos@ggdnog.nl
Verpleegkundige: mevrouw J. Koldewijn j.koldewijn@ggdnog.nl
Logopedist: mevrouw A. Smit
GGD Noord- en Oost-Gelderland
Oosteinde 17, Harderwijk
Postbus 46, 3840 AA Harderwijk Telefoon: 088 - 443 30 00, ggd@ggdnog.nl www.ggdnog.nl
Naam en contactgegevens: Ilse hartman i.hartman@cjgnunspeet.nl
Binnen de CNS scholen willen we graag alle leerlingen, op elk niveau de juiste zorg bieden. Daarvoor zijn we samen met de Ceder een samenwerking begonnen om zo de meer/hoogbegaafde leerling de uitdaging te geven die ze nodig hebben. De kinderen die hiervoor in aanmerking komen worden door de leerkracht en IB-er aangemeld via een aanmeld formulier. Hierbij zal specifiek gekeken worden naar de hulpvraag van het kind of de school. De leerlingen gaan na plaatsing een keer per week naar de gezamenlijke “Vuurtoren” groep. In deze groep komen kinderen van groep 5 tot en met groep 7 samen en leren hier vaardigheden aan die voor deze doelgroep belangrijk zijn, daarbij moet er worden gedacht aan mindset, het omgaan met vaste overtuigingen, het leren gebruik maken van het geheugen, zelfstandig werken, samenwerken, onderzoeken, omgaan met frustraties, het opsporen en oplossen van hiaten en het probleemoplossend vermogen ontwikkelen.
De “vuurtoren” groep komt elke week een middag bij elkaar op de bovenbouwlocatie van de Ceder. Binnen de groep zal er gewerkt worden aan de hulpvraag van het kind en worden vaardigheden aangeleerd. Hierbij is er regelmatig contact met de IB-er van beide scholen. Er zijn vaste momenten van evaluatie en daar zal ook bekeken worden of leerlingen in de “Vuurtoren” groep blijven of inmiddels zoveel vaardigheden hebben geleerd om terug te kunnen naar hun eigen groep.
Vanuit de Ceder is de stap gezet om in Nunspeet tot een passende voorziening voor meer en hoogbegaafde leerlingen te komen. Het doel is: het realiseren van een zodanige voorziening in Nunspeet dat hoogbegaafde leerlingen passend onderwijs ontvangen binnen de gemeentegrenzen. Het bestuur van CNS wil voorkomen dat ouders noodgedwongen kiezen voor onderwijs in de regio, omdat Nunspeet geen geschikte onderwijsvoorziening heeft.
Binnen deze groep wordt een uitdagende leeromgeving geboden waarin de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit is niet altijd mogelijk is binnen het reguliere onderwijs. Dit kan tot verschillende problemen leiden zoals onderpresteren, aanpassings- en gedragsproblemen. De kinderen kunnen zich daardoor ongelukkig en onbegrepen voelen.
Hoogbegaafde kinderen leren op een andere manier. Zij staan anders in het leven. Deze unieke eigenschappen vragen om een andere benadering en leeromgeving. Onze enthousiaste leerkrachten en leerkrachtondersteuner hebben een specialisatie op dit gebied zodat wij een passend onderwijsaanbod kunnen bieden. De kinderen gaan vaak sneller door de lesstof heen en hebben minder behoefte aan instructie. Daarom wordt de lesstof compact aangeboden. Er wordt per leerling gekeken waar behoefte aan is, wat aansluit bij hun niveau. Door deze manier van lesgeven ontstaat er meer ruimte voor verbreding en verdieping van de kernvakken. Daarnaast blijft er ook tijd over voor vakken zoals schaken, filosofie en mindset trainingen. In dit programma is er veel aandacht voor het aanleren van vaardigheden die de kinderen ook in hun verdere leven nodig zullen hebben. U kunt hierbij denken aan vaardigheden als leren leren, leren doorzetten en omgaan met jezelf en de wereld om je heen. In het middagprogramma maken we gebruik van de units van IPC. We zijn ervan overtuigd dat kinderen op hun best leren door boeiende, actieve en zinvolle lessen. IPC helpt de leerkracht en de leerling hierbij. Leerlingen werken aan hun zelfvertrouwen en ontdekken volop hun eigen en elkaars talenten.
Wat betreft de organisatie is gekozen voor twee fulltime meer -en hoogbegaafde groepen . Deze groepen hebben de naam Triade meegekregen. We hebben een groep leerlingen van groep 4, 5 en 6 en de tweede triade groep bestaat uit leerlingen van groep 7 en 8. De leerlingen van de HB klas vallen onder de verantwoordelijkheid van de Ceder.
Professionele ondersteuning is structureel geregeld via Novilo.
Iedere school heeft in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) omschreven welke ondersteuning de school kan bieden. In dit profiel is te lezen op welke wijze de school de begeleiding aan leerlingen vorm geeft en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning de school heeft. Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werken alle scholen vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Bij HGW is de samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen een belangrijk aandachtspunt.
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften stellen extra eisen aan de school, het gebouw, de leerkrachten, de IB-er en ook de medeleerlingen. Het uitgangspunt is dat elke leerkracht in principe ruimte heeft voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Denk hierbij aan verschillen in intelligentie, tempo, sociale vaardigheden en leermogelijkheden. Bij ieder verzoek tot plaatsing van een leerling zal een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van specifieke onderwijsbehoeften en de benodigde extra ondersteuning past binnen de basisondersteuning, die de school kan bieden.
Uitgangspunten (vragen) voor plaatsing zijn o.a. :
• kan het kind op deze school de gevraagde ondersteuning geboden worden?
• blijft de aandacht voor de andere leerlingen voldoende gewaarborgd?
• is de gevraagde ondersteuning uitvoerbaar voor de leerkracht?
Is de school handelingsverlegen, dit betekent dat de school niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de regio gezocht naar een andere reguliere basisschool die wel mogelijkheden heeft voor de juiste ondersteuning van uw kind. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Ook de intern begeleider van de school en een intern of extern deskundige (bijvoorbeeld een orthopedagoog of jeugdarts) zal bij dit proces betrokken zijn. Mocht er geen andere reguliere basisschool zijn die een kind passend onderwijs kan bieden, dan kan een kind (tijdelijk) een passende plek vinden in het speciaal (basis)onderwijs zijn.
Voor een plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs moet de school, samen met ouders, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de directeur-bestuurder van ons samenwerkingsverband (samenwerkingsverband Zeeluwe). Onze school participeert in het samenwerkingsverband Zeeluwe. Het schoolondersteuningsprofiel is te vinden op onze website en wordt in 2024 vernieuwd.
Binnen elke groep bevindt zich een divers gezelschap van kinderen. Divers als we het hebben over verschillen in bijvoorbeeld interesses, werkhouding, motivatie, leervermogen en leerprestaties. Daarbij komt dat elk kind zich op zijn eigen manier ontwikkelt: bij de één gaat de ontwikkeling geleidelijk, bij de ander met sprongen. In het leer- en ontwikkelingsaanbod wordt ingegaan op de hierboven beschreven verschillen in ontwikkeling. We maken bijvoorbeeld gebruik van leermethodes met differentiatiemogelijkheden, zodat leerlingen die meer oefening nodig hebben extra oefenstof en vlotte kinderen extra verdiepingsstof kan worden aangeboden. Om zicht te krijgen op de (leer)ontwikkeling van kinderen maken we gebruik van verschillende vormen van signalering en toetsing. In overeenstemming met de afspraken zoals die verwoord zijn in het regionale zorgplan gaan we, als blijkt dat een leerling toch niet goed mee kan komen met het niveau van zijn groep, als volgt te werk:
• het kind krijgt extra aandacht door middel van verlengde instructie, begeleiding en werken aan de instructietafel
• wanneer dat niet het gewenste resultaat heeft, volgt een gesprek met de intern begeleider (IB)
• indien nodig wordt een handelingsplan gemaakt, dat ten uitvoer wordt gebracht tijdens de normale lessen. Dit gaat altijd in overleg met de ouders
• na een periode van zo’n acht weken vindt de evaluatie plaats
• wanneer het handelingsplan positief heeft gewerkt, wordt de extra begeleiding afgebouwd
Wanneer het kind toch problemen blijft houden, wordt er een beroep gedaan op de schoolbegeleidingsdienst. De mogelijkheid tot uitgebreid testen is dan aanwezig. Deze test kan na overleg met de ouders aangevraagd worden door de IB-er. Aan de hand van de uitslag van de test wordt geadviseerd om:
1. een hernieuwd hulpplan op te stellen,
2. speciale (ambulante) begeleiding aan te vragen, of
toegang aan te vragen tot het speciaal onderwijs, als andere mogelijkheden zijn uitgeput
In de kleutergroepen werken de kinderen ’s morgens aan verschillende opdrachten, vaak naar aanleiding van een thema. Er zijn dan verschillende werkgroepen bv. een tekengroep, verfgroep, een knip- en plakgroep, een kleigroep, een bouw- of constructiegroep of een lotto- of puzzelgroep. Naast verplichte werkjes, zijn er ook altijd een aantal keuzewerkjes. Eén groep krijgt tijdens het werk vaak extra instructie. Soms werkt de hele groep zelfstandig en heeft de leerkracht tijd om kinderen extra hulp te geven. ‘s Middags wordt er gewerkt met ontwikkelingsmateriaal. Dit noemen we: arbeid naar keuze. Behalve werken in groepen wordt er veel in de kring gedaan, zoals kringgesprek, Bijbelverhaal, taalspelletjes, muziek en vertellen en voorlezen met behulp van prentenboeken. Als het weer het toelaat wordt er buiten gespeeld.
Elke eerste maandagmorgen van de maand mogen de kinderen van groep 1 en 2 speelgoed meenemen naar school, om te laten zien en om ermee te spelen. De andere dagen besteden we geen aandacht aan meegebracht speelgoed. In de groepen 1 en 2 werken we met “Mijn kleutergroep”. Hierin staat de leerstof voor de kinderen van de groepen 1 en 2 zodanig geordend dat er sprake is van een doorgaande lijn, waarbij alle ontwikkelingslijnen aan bod komen. Daarnaast wordt d.m.v. een leesbevorderingsproject (het “Basproject”) vanuit het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid (GOA) het lezen in groep 1 en 2 gestimuleerd. Op deze wijze vindt een goede voorbereiding op groep 3 plaats met betrekking tot lezen, rekenen en taal.
Wanneer uit het leerlingvolgsysteem blijkt dat uw kind begin groep 5 ondanks intensieve begeleiding, een grote achterstand heeft bij het lezen en / of spellen (Cito-score E bij lezen 3x, spelling en begrijpend lezen) kan er sprake zijn van dyslexie. Uit het dossier van de school moet blijken dat het een hardnekkige achterstand is, die ook na een intensieve begeleiding door de school blijft bestaan. Ook mag er geen sprake zijn van andere belemmeringen, zoals gedrag- of leerstoornissen of een psychische stoornis. Naar aanleiding van eventuele aanvullende lees- en spellingtesten van de intern begeleider, wordt samen met de leerlingbegeleider van de Schoolbegeleidingsdienst bepaald of er een nader onderzoek naar dyslexie plaats zal vinden of niet, zodat er eventueel een dyslexieverklaring voor uw kind afgegeven kan worden.
Mocht uw kind de diagnose ernstige dyslexie krijgen, dan is het zelfs mogelijk dat uw zorg verzekeraar een behandeling van uw kind buiten school gaat vergoeden (één keer per week, drie kwartier). Als u voor deze vergoeding van een behandelaar (o.a. van Centraal Nederland) in aanmerking wil komen dan moet u deze aan de hand van de dyslexieverklaring zelf bij uw zorgverzekeraar aanvragen. Voor het slagen van de behandeling is de betrokkenheid en inbreng van zowel school als die van de ouder(s) wel van groot belang en zal van het kind en hun ouder(s) een behoorlijke inspanning vergen. School ontvangt geen vergoeding om bij te dragen in de behandeling. Daarom zullen de begeleidingsactiviteiten op het behandelcentrum en thuis plaatsvinden. Als uw kind een lichte vorm van dyslexie blijkt te hebben, zal de school (eventueel in overleg met de schoolbegeleider en het kind) een plan van aanpak opstellen, voor een behandeling van het kind op school zelf. Dit plan zal dan met de ouders besproken worden.
Op school is het programma Intowords beschikbaar. Voor een aantal kinderen met dyslexie is dit een waardevol middel om via het Chromebook de teksten van de leerboeken e.d. te laten voorlezen.
Onze school maakt gebruik van de externe ondersteuning voor algemene zaken, zoals begeleiding bij het veranderen van bepaalde vakgebieden, voor individuele hulp en begeleiding van kinderen met leer- en / of gedragsproblemen, enz. De leerkracht informeert altijd vooraf de betrokken ouders, voordat de hulp wordt ingeroepen. In gezamenlijk overleg tussen ouders, leerkracht, IB-er en een medewerker wordt nagegaan, wat het beste traject is voor het kind.
Leerlingen moeten in 8 jaar minimaal 7.520 uur naar school. Op jaarbasis is dat 940 uur. We zorgen voor een evenwichtige verdeling van de activiteiten. Onze school hanteert een continurooster. De lestijden kunt u vinden op onze website.
Alle medewerkers van CNS Nunspeet doen hun uiterste best om ervoor te zorgen dat uw kind het onderwijs krijgt dat hij/zij verdient.
Alle medewerkers van CNS Nunspeet doen hun uiterste best om ervoor te zorgen dat uw kind het onderwijs krijgt dat hij/zij verdient. Toch kan het voorkomen dat u in sommige gevallen niet tevreden bent over de werkwijze of keuzes die gemaakt worden. U kunt dan een klacht indienen.
We kennen drie niveaus:
In elke instelling of in elk bedrijf komt het voor dat ‘klanten’ niet tevreden zijn. Dat kan ook bij ons voorkomen. Veelal berusten klachten op miscommunicatie tussen betrokkenen. En van elke klacht kun je leren. Daarom raden wij u aan om in geval van klachten de volgende stappen te ondernemen.
Stap 1
Leg uw probleem zo snel mogelijk voor aan de leerkracht. In negen van de tien gevallen kan het probleem meteen worden opgelost. In andere gevallen wordt er samen gezocht naar een oplossing/aanpak. Het is daarbij belangrijk om geduld te hebben en de leerkracht de tijd te geven een oplossing uit te werken en een aanpak uit te proberen.
Stap 2
Als er na verloop van tijd geen verbetering optreedt, weer contact opnemen met de leerkracht. Samen weer zoeken naar een oplossing. Komt u er niet uit, ga naar stap 3.
Stap 3
Leg uw klacht voor aan de directeur van de school. U zoekt samen met de directeur naar een oplossing. In sommige gevallen is een gesprek tussen u, de leerkracht en de directeur een oplossing. Ook bij deze stap is het belangrijk om geduld te hebben en de directeur de tijd te geven een oplossing uit te werken en een aanpak uit te proberen. Geen resultaat? Leg dan uw klacht neer bij het bestuur.
Wanneer het klachten betreft van ouders of leerkrachten met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie of geweld, kan rechtstreeks contact worden opgenomen met de vertrouwenspersoon.
Onze school heeft een contactpersoon. Bij haar kunt u altijd terecht om een klacht of een geval van (vermeend) machtsmisbruik te bespreken. De contactpersoon weet ook of uw klacht misschien op een andere plek thuis hoort en verwijst u dan naar de goede persoon. De gesprekken met de contactpersoon zijn altijd vertrouwelijk. De contactpersoon is er om u bij te staan. Zij begeleidt u als klager en onderneemt in overleg met u actie.
NAAM CONTACTPERSOON:
Tamara Fahner
CONTACTGEGEVENS:
Email adres: Tamarafahner@cnsnunspeet.nl
U kunt de vertrouwenspersoon zien als een objectieve deskundige van buiten de school. De contactpersoon zal in overleg met u bekijken of het inschakelen van de vertrouwenspersoon wenselijk is. De contactpersoon kan bij klachtbehandeling samenwerken met de vertrouwenspersoon. De contactpersoon kan de vertrouwenspersoon ook om advies vragen en een geval anoniem voorleggen. De vertrouwenspersoon kan naast het geven van informatie en advies ook optreden als bemiddelaar.
NAAM VERTROUWENSPERSOON
Marco Bulthuis
CONTACTGEGEVENS
Email adres: m.bulthuis@viaa.nl
Mobiel : 06-54795083
Geschillencommissie bijzonder onderwijs
Postbus 394, 3440 AJ Woerden
T 070-3861697 (van 10.00 tot 12.30 en 13.30 tot 16.00 uur)
E-mail: Info@gcbo.nl
De klachtenregeling is te vinden op de website van CNS Nunspeet.
Het kan ons allemaal overkomen dat we ons niet veilig voelen in bepaalde situaties. Het kan gebeuren dat u of uw kind zich bedreigd voelt door woorden of gebaren die anderen gebruikt hebben. Of dat er sprake is van lichamelijke contacten die u of uw kind ongewenst vindt. Het kan gaan om pesten door kinderen of volwassenen. Het kan ook gaan om discriminatie of ruzies al dan niet met vormen van agressie en geweld. In al deze situaties is sprake van machtsmisbruik. Er is een ‘dader’ die een zekere macht heeft over zijn ‘slachtoffer’. Het ‘slachtoffer’ kan zich niet verdedigen, durft dat niet, of weet niet hoe het moet reageren. Machtsmisbruik kan overal voorkomen, dus ook op scholen. Voor de gevallen waarin er op school sprake is van machtsmisbruik heeft onze school een klachtenregeling. Hierin staat hoe een klacht over machtsmisbruik wordt behandeld. De klachtenregeling beschrijft ook de taken en bevoegdheden van de contactpersonen en de vertrouwenspersonen van onze school vereniging.
Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht van ouders / leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van een zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de politie / officier van justitie. Omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is.
Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode van ons schoolbestuur. Onze organisatie heeft de verantwoordelijkheid om effectief te reageren op signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Vanaf juli 2013 is het landelijk verplicht om volgens de vijf stappen van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te handelen.
In het kort houdt dit in:
Onze school heeft een vignet ‘welbevinden.’ We zijn alert en willen door het scheppen van een goed pedagogisch klimaat pesten voorkomen. We maken gebruik van de Kwink (lessen en signalering). Het hoeft niet verontrustend te zijn wanneer een kind af en toe geplaagd wordt. Het is een onderdeel van het volwassen worden en het is goed dat een kind leert om weerbaar te worden. Erger wordt het als een kind echt en langdurig gepest wordt. Kinderen krijgen dan niet meer de kans om zichzelf te zijn, terwijl de schoolgang een verschrikking kan worden. Vanzelfsprekend kunt u bij zorgen als eerste terecht bij de groepsleerkracht. In de sectorwet staat dat elke basisschool verantwoordelijk is voor het scheppen van een sociaal veilig klimaat en voor het monitoren van het veiligheidsgevoel van leerlingen. Ouders kunnen als hun kind aanhoudend gepest wordt, terecht bij een vast aanspreekpunt: de anti-pestcoördinator. Ook het aanspreekpunt is wettelijk voorgeschreven. Het is vooral belangrijk dat pesten opgemerkt wordt en er iets mee wordt gedaan. De anti-pest coördinatoren (APC-ers) op onze school zijn Tamara Fahner en Roline Dooijeweerd.
We willen op school kwalitatief goed onderwijs geven op een plek die veilig is voor iedereen, zodat er met plezier geleerd, gewerkt en gespeeld kan worden. Dat betekent enerzijds dat de school de kans op fysiek gevaar zoveel mogelijk uitsluit en anderzijds dat de school maatregelen neemt tegen sociale onveiligheid. Hiermee waarborgen we een gezond en veilig schoolklimaat. Er zijn diverse maatregelen en afspraken gemaakt die zijn vastgelegd. Daarnaast beschikt de school over een Arbo-coördinator en een aantal BHV’ers. Zij zorgen samen voor het oefenen van ontruimingen en nascholing op het gebied van BHV. De school en het schoolplein zijn rookvrij, wat betekent dat het roken daar niet toegestaan wordt voor medewerkers, ouders of derden tijdens school-gerelateerde activiteiten.
Elke basisschool wordt regelmatig gecontroleerd op veiligheid. De aandachtspunten die uit die keuring komen, verwerken wij jaarlijks in ons Arboplan. Elk jaar evalueren wij ons plan en maken vervolgens weer een nieuw plan.
Vele activiteiten voor kinderen worden uit dit schoolfonds bekostigd.
Elk jaar vragen wij van de ouders een vrijwillige bijdrage per kind voor het schoolfonds. Vele activiteiten voor kinderen worden uit dit schoolfonds bekostigd. In overleg met de GMR en CNS bestuur wordt de hoogte van dit bedrag vastgesteld. U betaalt per kind € 30,- met een maximum van € 70,- als u drie of meer kinderen op school heeft. Komt een kind in de loop van het cursusjaar op school, dan verwachten wij dat per maand € 3,- betaald wordt voor de resterende maanden.
In de maand februari wordt dit bedrag automatisch afgeschreven van uw rekening of krijgt u het verzoek om het te storten op rekening NL53RABO03875.98.200 t.n.v. Da Costa Elspeet. In de wet is vastgelegd dat alle kinderen mee moeten kunnen doen met activiteiten die de school organiseert, ook als de ouders de vrijwillige bijdrage niet kunnen of willen betalen. Er worden geen kinderen uitgesloten. Indien er onverhoopt omstandigheden zijn waardoor u niet kunt betalen kan de ouderraad hierin bijspringen. Neemt u in dit geval contact op met de directeur van de Da Costaschool Nunspeet, de heer A. Magré.
Scholen zijn verplicht om voor de voor- en naschoolse opvang zorg te dragen.
Als school hebben we een verbintenis met ‘Vrij spel’.
Vrij Spel is een jonge, actieve organisatie met als doel kinderen op te vangen in een zo veilig mogelijke omgeving. Vrij Spel biedt dagopvang aan kinderen van 0 - 4 jaar en buitenschoolse opvang aan kinderen van 4 - 13 jaar. Bij het kinderdagverblijf kunnen kinderen gebracht worden als ouders moeten werken, het kan dan gaan om hele dagen of om een gedeelte van de dag. Bij buitenschoolse opvang gaat het om de vrije uren buiten de schooltijden en vakantiedagen. Daarnaast heeft Vrij Spel peutergroepen. Dit zijn kinderen van 2 - 4 jaar, die vooral heerlijk samen kunnen spelen met leeftijdgenootjes en daarnaast op een zo speels mogelijke manier een dagritme aanleren, voorbereidend op de basisschool. Ook wordt er extra ondersteuning gegeven aan peuters die kans hebben op een achterstand in taal of emotionele ontwikkeling.
Meer informatie vindt u op www.vrijspelelspeet.nl
Meestal gaat een 4-jarige als vanzelf naar de basisschool.
Vanaf 5 jaar is uw kind leerplichtig. Dat betekent dat uw kind niet zonder geldige reden thuis mag blijven. Ziekmeldingen van kinderen verwachten we altijd telefonisch voor schooltijd.
Alle ouders ontvangen de door gemeente en basisscholen vastgestelde richtlijnen verlofaanvragen. Binnen deze richtlijnen wordt ook aangegeven hoe u vakantieverlof of verlof om gewichtige omstandigheden bij school kunt aanvragen. Voor bruiloften, jubilea en dergelijke kunt u vrij vragen bij de directeur. Van de schoolvakanties mogen wij niet afwijken. De schoolleiding mag dan ook geen toestemming geven eerder op vakantie te gaan of later terug te komen. Alleen in bijzondere gevallen mag hiervan worden afgeweken. Overlegt u in die gevallen in een vroegtijdig stadium met de directeur. Als een verlofaanvraag wordt afgewezen en kinderen zijn toch afwezig, dan wordt dit gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar. De school houdt een registratie bij van het schoolverzuim. Voor eventuele aanvullende informatie kunt u zich wenden tot de directeur of tot de leerplichtambtenaar van de gemeente.
Vanaf 2023-2024 is het één en ander aangaande de overgang naar het voortgezet onderwijs veranderd. Zo is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets, wordt deze doorstroomtoets eerder gemaakt (begin februari) dan u van de eindtoets gewend bent en worden alle aanmeldingen richting het voortgezet onderwijs in dezelfde week gedaan. Al deze aanpassingen zijn erop gericht om kinderen dezelfde onderwijs- en ontwikkelingsmogelijkheden te bieden. Deze veranderingen hebben geleid tot de volgende nieuwe route:
Ouders melden hun kind aan op de gewenste school tussen 25 en 31 maart.
Het schooladvies van de basisschool bepaalt mede op welk niveau uw kind instroomt in het voortgezet onderwijs. Maar hoe komt dit advies tot stand? U leest hieronder hoe we komen tot een schooladvies.
Bij het adviseren voor het vervolgonderwijs wordt van de leerkracht groep 8 gevraagd om een (voorlopig)advies te geven . Bij het adviseren spelen de volgende factoren mee:
Samenwerkingsverbanden ondersteunen scholen en hun schoolbestuur...
De school van uw kind werkt binnen het samenwerkingsverband Zeeluwe samen met alle basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de gemeenten Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Zeewolde, Nunspeet, Elburg en Epe.
Belangrijke doelen van de invoering van passend onderwijs zijn:
Het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan vastgelegd op welke wijze passend onderwijs wordt geboden binnen de deelnemende scholen. Vormen van speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs blijven bestaan; geen kind wordt gedwongen teruggeplaatst in het basisonderwijs.